Wereldproductie zeewier
Zeewier wordt al heel lang geconsumeerd en tot de late middeleeuwen werd zeewier vooral in het wild verzameld. Daarna startte men in Japan met de eerste teelt van zeewier. Bij het plaatsen van hekken voor visvangst werd ontdekt dat zo ook zeewieren, die zich aan de hekken hechtten, makkelijk konden worden verkregen. Japan, China en Korea specialiseerden zich in de verbouw van zeewier en naarmate de vraag naar zeewier toenam werd de teelt ook steeds intensiever met alle gevolgen van dien voor de natuur. Kennis van het zeewier en de leefomgeving is essentieel om de teelt in goede banen te leiden. De steeds groter wordende belangstelling voor zeewier kan er voor zorgen dat men gebruik gaat maken van grote kweekbassins op het land en misschien zelfs van reactoren waarin met genetische modificatie en onder kunstmatige omstandigheden op efficiënte en economische wijze zeewier verbouwd gaat worden.
De zeewier industrie verschaft een grote variëteit aan zeewierproducten, waarvan de totale handelswaarde in het jaar 2004 op ca. US$ 6 miljard werd geschat met een totale markt consumptie van ca. 11 miljoen ton zeewier (vers gewicht) jaarlijks (in 1990 US$ 250 miljoen en 3,2 miljoen ton). China neemt daarvan zo’n 60% voor haar rekening (vooral het kelp Laminaria japonica), waarna Korea, Japan, Chili en Indonesië volgen. Het Verre Oosten heeft ongeveer 90 % van de totale zeewier productie in handen. In Europa zijn het vooral Noorwegen en Frankrijk waar veel zeewier wordt geteeld. Ongeveer 60 % van de totale zeewierproductie wordt verbouwd, de rest in het wild geoogst. Bruin zeewier is de meest geteelde wiersoort (ca. 70 %). Wanneer zeewieren op ethische wijze en van ongerepte kustwateren worden geoogst, is er geen probleem met vervuiling. Verantwoorde bedrijven die zeewier oogsten, testen hun zeewierproducten regelmatig om de zuiverheid ervan te kunnen garanderen.