De naam blauwwier is misleidend omdat de blauwwieren tot de wieren noch tot de algen behoren maar een aparte groep vormen. De meeste soorten hebben een blauwe kleur, maar er zijn er ook met een roodbruine kleur gevormd door de kleurstof fycoërytrine, zoals in de Rode Zee. Blauwalgen of blauwwieren zijn bacteriën die net als planten fotosynthese toepassen om te kunnen leven. De officiële naam voor deze groep is cyanobacteriën, afgeleid van de kleur cyaan (blauw-groen) omdat de blauwe kleurstof fycocyanine deze groep kenmerkt. Er bestaan verschillende indelingen van blauwalgen, waarbij de indeling van de blauwwieren nog sterk in beweging is. Hun cellen zijn vaak omgeven door een slijmlaag, waarin kalk uit het zeewater vastgehouden kan worden. Door deze eigenschap veroorzaakten ze speciale gesteenteformaties, de zogenaamde stromatolieten. Ook nu nog ontstaan er langs sommige kusten stromatolieten.
De kleurstoffen zijn niet zoals bij de planten gebonden aan kleurstoflichamen, maar zitten in de buitenste plasmalagen van de cel. Cyanobacteriën behoren tot de oudste organismen op aarde; er wordt geschat dat ze al 3,5 miljard jaar bestaan. Cyanobacteriën waren de eerste organismen op aarde die zuurstof konden produceren en zo de ontwikkeling van hogere organismen mogelijk hebben gemaakt. Volgens de endosymbionten theorie zijn de chloroplasten in plantencellen ontstaan uit voorouders van de huidige blauwalgen. Spirulina is een voorbeeld van een blauw zeewier. Het wordt vaak als gezondheidsproduct aangeboden met een reinigende, herstellende en versterkende werking.
Blauwalgen duiken vaak op in zwemwater. Ze horen bij een gooed ecosysteem maar kunnen een probleem vormen bij warm en windstil weer. Ze vermenigvuldigen zich goed als er voldoende licht is en een hoge temperatuur is. Ze kunnen zo explosief groeien dat er dikke olie-achtige lagen van algen ontstaan. Dit gebeurt vooral wanneer het langere tijd droog en redelijk warm is. Er verdampt dan veel water uit de plassen, terwijl dit niet wordt aangevuld met vers water. Daardoor hopen de bacteriën zich op en vormen ze een laag die op olie lijkt. Uiteindelijk sterven de blauwwieren in zo'n laag af. Ze vormen een stinkende brei en scheiden giftige stoffen af. Niet ieder zwemwater heeft last van de algen. Vooral stilstaand water wordt snel getroffen, bijvoorbeeld grotere plassen en vijvers die zich in woonwijken bevinden, maar ook kanalen. Het is moeilijk om van tevoren aan te geven waar de blauwalg toeslaat. De plaatselijke situatie - zoals de diepte van het water, de plantengroei en de verbinding met ander water - speelt een grote rol. Het ene water kan besmet zijn, terwijl een meertje enkele kilometers verderop prima is. De grootste problemen doen zich meestal voor in augustus en september.
Binnen twaalf uur na het zwemmen in water met blauwwieren kunnen mensen last krijgen van de volgende verschijnselen:
- hoofdpijn
- huiduitslag op armen of benen
- maagkramp
- misselijkheid, braken of diarree
- koorts
- een pijnlijke of rode keel
- oorpijn
- oogirritaties
- lopende neus
- gezwollen lippen
Deze verschijnselen houden ongeveer vijf dagen aan en verdwijnen vanzelf. Ieder mens reageert weer anders. Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen, omdat zij tijdens het zwemmen eerder water doorslikken. Ook dieren die in het water zijn geweest kunnen klachten krijgen en in het ergste geval overlijden.